Historiciteit Jezus Christus
De Queeste naar de Historiciteit van Jezus
1. Voorwoord
2. Weerlegging
3. Loskomen van dé Tijdsdisruptie is een eerste vereiste!
4. Maar nu naar apostel Paulus en zijn wedervaren …
a. Wie is Titus Flavius Josephus
b. Theologische opleiding van apostel Paulus
5. Nu terug naar de Handelingen van Paulus en Gamaliël of
correcter 'Jezus Ben Gamaliël'
a. De geboorte van Jezus Christus
b. De zeloten en hun oproeren
c. Jezus van Nazareth
d. Jacobus, de broer van Jezus
6. Paulus, de grote verspreider van
de christelijke religie … hoe kwam dat?
7. Algemeen besluit
8. Appendix: de voorgeschiedenis van de Joden is ook belangrijk
1. Voorwoord [* BC = voor Christus/ * AD na
Christus]
Het feit dat sommige theologen en professoren in Bijbelwetenschap de historiciteit van Jezus Christus wilden bewijzen heeft mij ertoe aangezet hun redenering grondig te evalueren! Misschien moeten we hét verhaal van Jezus en de uitleg van Paulus en zijn geloofsgenoten in Nieuwe testament, historisch wat 'kritischer onder de loep nemen'?
Heeft Jezus Christus 'echt' bestaan? Of is het een
samenbundeling van verhalen?
En als hij een historisch figuur is geweest? Wie zou deze persoon dan in
realiteit wel kunnen geweest zijn? En, vergeet vooral niet dat verhalen of
geschiedenisboeken een 'weergalm' zijn van een ver verleden die corresponderen
met 'iets' in de werkelijkheid.
Waar gebeurde feiten met een 'verborgen' kern van waarheid. Uiterst belangrijk
is dé ware gebeurtenis te onderscheiden van 'alle franjes en persoonlijke
interpretaties' die eraan toegevoegd zijn in de loop van ontelbare kopieën.
Vergeet niet dat de boekdrukkunst niet bestond, ook geen
woordenboeken zoals nu. Bijgevolg moesten vertalers bij het kopiëren soms
gissen naar juiste begrip en soms voegden zij hun persoonlijke mening eraan
toe.
Zo ook in Nieuwe Testament! Wat de professor theologen beweren ...
'… het feit dat geschiedschrijvers vermelden dat er Christiani bestonden en die geloofden in het verhaal van Jezus, bewijst dat deze Redder Jezus, ook echt bestaan heeft …'
'… het feit dat in de pre-christelijke tijd nooit de historiciteit van Jezus in twijfel getrokken wordt, kunnen we besluiten dat Jezus Christus ook echt bestaan heeft …'
Ik herhaal eventjes letterlijk de tekst van professor Bert Jan Lietaert Peerbolte, hoogleraar Nieuwe Testament, Vrije Universiteit Amsterdam:
"... Het is hoogst onwaarschijnlijk dat al het materiaal dat Jezus noemt tot stand is gekomen op basis van een VERZINSEL?..."
De grote moeilijkheid is nu de 'echte werkelijkheid' te bespeuren zonder vooroordelen?
2. Weerlegging
Het feit dat de
Grieken nooit de historiciteit van Zeus, de stormgod, in twijfel trokken,
bewijst dat soms ook dat Zeus echt bestaan heeft?
Of het feit dat er vele Zeus aanhangers waren, bewijst dat dat Zeus echt
bestaan heeft?
Dat zijn maar flauwe argumenten.
En, er zijn wel degelijk geschiedschrijvers en wetenschappers, die
geleefd hebben tijdens de opkomst van het 'Christianisme' die het verhaal van
Jezus, een verzinsel noemden, een roman.
Onder andere Titus Lucretius Carus (99 BC- 55BC), de Romeinse dichter en
natuurfilosoof, van wie we dé uitgebreidste Latijnse teksten hebben, Homerus
buiten beschouwing gelaten.
Je kent hem wel, of toch zijn lijfspreuk … Carpe Diem, pluk de dag.
Hij was een rasechte Epicurist. En wat hij uiterst cruciaal vond is dat
geestelijk genot veel belangrijker is dan lichamelijk genot. Ook in deze
queeste!
Epicurus was
geboren in 341 BC en leefde tot 270 BC.
Het belangrijkste doel van de epicuristen was de mens te bevrijden van de
tirannie van bijgeloof en religie. Verlost van de raadsels van de hemelse
fenomenen, stormgoden, en onwaarheden van religieuze doctrines. Geluk is van
belang in betekenis van een goed leven doch niet in najagen van genot.
Wat
belangrijk was, is de realistische wijsheid, gezondheid, vriendschap en geen
angst voor de dood te hebben.
Het kernpunt was de atoomleer dat de kosmos ontstaan was uit een 'Singulum', de
grote van een ei, een oeratoom. Ze geloofden niet in opstanding en het laatste
oordeel. Vandaar hun vijandigheid tegenover de nieuwe leer van apostel Paulus.
En we hebben nog een ooggetuige namelijk Titus Flavius Josephus, die leefdevin Jeruzalem, tijdens het optreden van Jezus en Hem persoonlijk ontmoet heeft !!!
Besluit, er waren dus wel degelijk filosofen die de christelijke leer
verzinsels noemden.
Met een gezonde en open mind is er historisch heel veel te ontdekken.
Geschiedschrijvers die leefden ten tijde van optreden van Jezus, die de
Christus genoemd werd. Maar eerst moeten we rekening houden met dé … 'Tijdsdisruptie'!
3. Loskomen van dé Tijdsdisruptie is een eerste vereiste!
Om uiterst
nauwgezet de queeste historisch te doorgronden moeten wij fundamenteel
leren
een verschil te maken tussen het heden, het verleden en de toekomst. Da
is cruciaal!
Met de toekomst bedoel ik de verwachtingsfase. We gaan niet dieper in op de
waan van de verwachtingsfase, een mogelijke Apocalyps. In ons betoog gaat het
enkel om een Tijdsdisruptie ten opzichte van het Verleden.
Bij een disruptie in de Tijd maakt een individu geen onderscheid meer tussen
het heden en het verleden. Er ontstaat een vermenging tussen de moderne
verbeelding en de antieke verbeelding. Een verwarring! Het gedrag, de
symboliek, de zienswijze en de gedachtegang in taalgebruik in een ver verleden
was totaal anders dan nu.
Als we daar geen rekening mee houden worden totaal verschillende visies en
interpretaties van het verleden 'hedendaagse interpretaties'. Als
we antieke verhalen lezen, dan lezen we in feite 'interpretaties' van
deze verhalen. Ik herhaal eens, interpretaties.
Het filosofische en religieuze gedachtegoed was totaal anders.
Bijgevolg, als we de Bijbel of de Koran lezen, lezen we 'andere zienswijzen'. Het is moeilijk om het gedrag, de routines en de gewoonten van onze voorouders in te schatten. Herinneringen en verhalen uit het verleden worden vermengd met hedendaagse waarnemingen.
Er sluimert dan een subtiele waan alsof alle tijden zich afspelen in het
'hier en nu'?
En dat is een heel belangrijk onderscheid!
De oude
werkelijkheid wordt waargenomen vanuit de hedendaagse ervaringswereld.
En dat is dan de grote oorzaak voor secundaire verbeeldingsprocessen over onze
cultuurhistorische oorsprong? In de kern secundaire waanideeën.
En dat is een veel voorkomend fenomeen in alle overtuigingen en gedachtegangen
in wereldbeelden.
"En dat is nu de betekenis van een verstoring in de tijd".
We
bedriegen onszelf zonder het te beseffen! Ik herhaal, zonder hét te beseffen.
Een onafhankelijk kritisch oordeel is uiterst moeilijk door dé vooroordelen.
Ons denken is niet zo vrij als we denken, integendeel. Onze opleiding en
ervaringen spelen een grote rol. We zijn vooringenomen en vastgeroest in onze
oude gedachtepatronen en kunnen er zelfs niet zomaar uit ontsnappen. Bijna
onmogelijk?
Dat weet ik uit ervaring en net daarom begrijp ik heel goed alle religieuzen
waar ik respect voor heb. Maar toch, het is spijtig dat een religieuze
gedachtegang niet gezien wordt als een ideologie, een wereldbeeld die niet
strookt met de realiteit van de oorsprong van het heelal.
Wat als iedereen op deze aardbol eeuwig leven heeft en iedereen een kind van god is. Bij de Neo- Babyloniërs waren alle mensen kinderen van god. Toen de Joden na de ballingschap uit Babylonië terugkwamen noemden zij zichzelf het 'uitverkoren volk van god'?
Je begrijpt dat dit veel weerstand opriep en ook nu nog bij de Moslims vandaag.
4. Maar nu naar apostel Paulus en zijn wedervaren …
In het Nieuwe Testament staat dat Paulus in Athene verblijft en daar
discussieerde met de epicuristen zoals filosoof Lucretius maar ook met
Stoïcijnse filosofen.
(Handelingen 17: vers 17 en 18)
"En ook enige van de Epicureïsche en Stoïcijnse wijsgeren redetwisten met
hem …".
Paulus moest voor de Aerópagus, de Hoogste Rechtbank, de Raad van Toezicht,
verschijnen.
Enige mannen sloten zich bij Paulus aan en kwamen tot geloof onder wie ook Dionysius, de Aeropagiet en zijn vrouw Dámaris. Dionysius werd van Opperrechter later de eerste bisschop in Athene (1e eeuw ongeveer in jaar 95). Grondleggers van het christianisme.
We kunnen bijgevolg besluiten dat Paulus een opleiding gekregen heeft als filosoof en theoloog. Dat is zonder meer een historisch feit want Paulus verklaart dit 'persoonlijk' in het Nieuwe Testament.
En net
daarom gaan we eens historisch dieper in op hetgeen Paulus zelf geschreven
heeft.
We gaan naar Handelingen hoofdstuk 21 en 22.
Paulus had Grieken in de tempel gebracht en doordoor was deze heilige
plaats ontwijd (vers 28). Hij werd met ketenen geboeid en moest naar een
onderzoek. Hij kon dus Grieks spreken!
Paulus
sprak echter de menigte toe in de Hebreeuwse taal. Hij zei:
'Ik ben een Jood, te Tarsus in Cilicië geboren, opgevoed in deze stad, en
aan de voeten van Gamaliël opgeleid met nauwgezette inachtneming van de wet van
onze vaderen ...'
Handelingen 22, vers 1-4
Cilicië
(in Oudgrieks: Κιλικία /Kilikía;
Latijn: Cilicia) was een provincie in huidige Turkije en Tarsus was
een grote havenstad en hoofdstad. Iedereen die in Tarsus was geboren kreeg automatisch
het Romeins staatsburgerschap en kon dus ook Romeins spreken!
Handelingen 22, vers 28; 'Ik bezit het Romeins staatsburgerschap door
geboorte'.
Maar wie was nu Gamaliël van wie Paulus zijn opleiding gekregen heeft?
Zijn volledige naam wordt vermeld door geschiedschrijver Flavius Josephus, van
oorsprong ook een Jood, maar dat laat ik nog even in het midden en dat zal echt
verrassend zijn!
Gamaliël was de kleinzoon van Hillel. Hij stelde belangrijke hervormingen vast in het joodse recht en verbeterde de juridische positie van de vrouw. De kleinzoon van Gamaliël was Gamaliël II, en was eveneens een vooraanstaand joods theoloog.
Ik
herhaal, Hillel was de grootvader van Gamaliël I, die Rabban Gamaliël de Oudere
werd genoemd. Gamaliël I onderwees apostel Paulus volgens N.T. > zie Handelingen
5, vers 34 !
De familie Gamaliël was een heel invloedrijke familie en eigenaar van
onderwijsscholen van Hillel. De Hebreeuwse naam van grootvader was רבן גמליאל הזקן, Rabban
Gamliel HaZaqen; of in het Grieks 'Gamaliël ho Presbyteros', wat dus Oudere
betekent.
Daar komt de naam Presbyterian vandaan maar ook de naam praester of priester om
een leidende figuur aan te duiden. Het griekse woord heeft invloed gehad op het
Latijn en zodoende ook op Europese talen. Prêtre in frans, Pater in duits en
Priest in engels. Linguïstische schrijfveranderingen net zoals Courtrai,
Kortrijk werd in Nederlands. Of Tournai, Doornik. Ook de naam van de
gemeenschap Presbyterianen komt hier vandaan.
Hillel,
die eveneens Hillel I de Oude werd genoemd was een joods wetgeleerde en
afstammeling van koning David (circa 9 BC – ca. 50 of ca. 50 BC. -
ca. 10
AD).
Opmerking; er is geen eenduidige datering omdat destijds nog geen
dateringssysteem bestond zoals nu, voor Christus (BC) en na christus (AD).
Slechts omstreeks het jaar 359 (Juliaanse
jaartelling) werd de kalender gestandaardiseerd door Hillel II.

Hillel
is geboren in Babylon en volgde daar zijn vroege en middelbare opleiding. Als
jonge man ging hij naar Palestina, Jeruzalem, om zijn studies verder te zetten
onder leidinggevende leraren van de Schrift en de Mondelinge Wet. Hij werd het
hoofd van de school en zo de stichter van een van de beroemdste joodse
leerscholen,
"De
School van Hillel of het Huis van Hillel", bestaat vandaag nog.
Volgens de Talmoed paste hij zorgvuldig de exegetische discipline toe die de
zeven regels van Hillel genoemd werden.
Hillel was samen met rabbi Sjammai een van de laatste Zugot (= Paren), dat wil zeggen hoofden van de rechtbanken van de Farizeeën. Hij vervulde zijn ambt ten tijde van koning Herodes de Grote. Hillel was grote liefhebber en verzamelaar van oeroude joodse spreuken en overleveringen uit Babylon. In de Talmoed vindt men tal van zijn spreuken.
Hillels
school legde de schriftelijke Thora en de mondelinge Wet, de mondelinge
Thora, gematigd uit. Zijn uitgangspunt was de naastenliefde en de tolerantie …
Een van zijn lijfspreuken luidt:
"Wat gij haat, doe dat uw naaste niet aan" (Gulden regel, Tobit 4:15)
Ook in de Talmoed vindt men tal van zijn spreuken.
Zijn beroemdste leerling was dus zijn 'eigen' kleinzoon, Gamaliël I, dé leraar
van apostel Paulus.
De volledige naam van zijn kleinzoon wordt niet vermeld in het Nieuwe testament
maar wel in de Thora en ook door geschiedschrijver Titus Flavius Josephus. Heel
belangrijk!
a. Wie was nu Titus Flavius Josephus?
Oorspronkelijk was Flavius een
Joods Hagiograaf die het leven of de biografie van heiligen op een
geschiedkundige en tekstkritische wijze onderzocht. Zijn Hebreeuwse naam was
"Josef Ben Mattijahu". Hij behoorde tot een
vooraanstaande priester-familie en geboorte adel uit Jeruzalem. Hij was
priester in tempel van Salomon en reeds op jeugdige leeftijd genoot hij al een
goede reputatie wegens zijn hoge intelligentie. Dat staat zelfs in het Nieuwe
Testament maar in andere context. Hij was een vooraanstaand Schriftgeleerde en
de Hebreeuwse Taal was zijn moedertaal.
Het is zeker uiterst belangrijk te vermelden dat hij leefde in Jeruzalem
tijdens de geboorte en het leven van Jezus Christus! Hij heeft bijgevolg alles
zelf meegemaakt en we kunnen zonder enige twijfel bevestigen dat zijn geschiedenisboeken uit de
'eerste hand' zijn!
Hij kreeg vele oorspronkelijke manuscripten van Titus, de
zoon van keizer Augustus, waar hij mee bevriend was. Hij had de beschikking
over dé oudste Hebreeuwse teksten van het gehele Oude Testament. De meest
originele waarover wij nu niet meer beschikken !
Hij
bestudeerde en vertaalde al deze oorspronkelijke manuscripten van het Oude
Testament in Grieks voor de overzeese Joodse kolonisten, van Genesis tot val
van Tempel in Jeruzalem.
Je kan bijgevolg de twee boeken naast elkaar leggen en de teksten vergelijken.
Het enige verschil is dat de tekst van Flavius veel dichter bij de
oorspronkelijke brontekst staat dan het huidige Oude Testament. Vergelijk hét eens :-)
Zijn
belangrijkste werk is 'De Oude geschiedenis van de Joden' waar hij de Joodse
Opstand (66-70) tegen de Romeinen beschrijft met de verwoesting van de Tempel,
ook beschreven in de bijbel.
Uiterst belangrijk is te vermelden dat hij op leeftijd van 26-27 jaar als legeroverste of commandant samen
met een metgezel deze opstand leidde.
Josephus werd gevangen genomen weggevoerd als krijgsgevangene in 67. Zijn metgezel werd geëxecuteerd.
Tijdens een verhoor als krijgsgevangene voorspelde hij naar aanleiding van een droom dat de Romeinse opperbevelhebber Vespasianus keizer zou worden. Toen deze voorspelling na 2 jaar uitkwam, kreeg Josephus amnestie met als
voorwaarde dat hij het Grieks-Romeinse denken zou promoten als geschiedschrijver. Hij
stond echt in de gunst van de keizer genoot speciale bescherming van de keizer en
zijn zoon.
Ik herhaal eens, Josephus was uiterst bevriend met de zoon van de keizer Titus
zodat hij hun familienaam Flavius aannam. Vandaar ook Titus Flavius Josephus!
Namen
van belangrijke personen waren meestal, zoals nu ook nog, drieledig.
De drieledige naam van Gamaliël, de leraar theologie van apostel Paulus was …
en nu komt hét … "Jezus Ben
Gamaliël [Yeshua ben Gamaliël]".
'Ben' betekent 'zoon van … '.
Daarover bestaat historisch geen Enkele Discussie! Ik herhaal, 'no way'.
'Ben'
betekent zonder meer 'zoon' en was een veel voorkomend tussenvoegsel.
Ter verduidelijking. De leraar van apostel Paulus in N.T. is Gamaliël. Dat weten we al!
Maar de
correcte volledige naam, namelijk voornaam & familienaam,
is (Jezus Ben)
Gamaliël (I)
Wat tussen de haakjes staat is wegegelaten in Nieuwe Testament en
begrijpelijk!
Dat werd uit de geschiedenisboeken geschreven tijdens het kopiëren om
verwarring te vermijden met Jezus Christus!
Logisch toch?
Ik herhaal, in Nieuwe Testament worden zijn twee voornamen, en dat is toch heel
opvallend, weggelaten. Ik heb het al vermeld … alle verhalen worden
geschreven vanuit een persoonlijke visie en interpretatie van destijds!
Als Hagiograaf
moet men zich houden aan de historische tekst en deze nauwkeurig en kritisch
benaderen.
Jezus
ben Gamaliël, zoals reeds vermeld, behoorde dus ook tot de invloedrijke en
adellijke familie. Jezus was bijgevolg een zoon van een Gamaliël!
Volgens de Talmoed maakte Jezus, Gamaliël I dus, zich tijdens zijn hogepriesterschap beroemd
door zijn uitzonderlijk onderwijs aan kinderen vanuit de Thora. Dat staat ook
in de bijbel maar terug in andere context … het is nu Jezus Christus, niet meer
Gamaliël I.
Hij gebruikte verschillende onderwijsmethoden die effectief en waardevol waren
voor de Joodse samenleving. Hij gebruikte een eenvoudige taal, ongeacht hun
achtergrond en opleiding, zodat iedereen de boodschap kon begrijpen. Zijn lesjes waren toegankelijk en herkenbaar
voor een breed publiek. Alhoewel zijn taal eenvoudig was bevatte zijn onderwijs
diepe betekenissen.
Hij gebruikte parabelen en vergelijkingen om complexe ideeën op een
begrijpelijke manier over te brengen.
Hij
legde de nadruk op praktische toepassingen van religieuze principes in
dagelijkse leven.
Hij was echt inspirerend.
Als lid
van de invloedrijke Gamaliël lijn bekleedde hij belangrijke posities. Hij legde nauwe banden tussen religieuze autoriteit en politieke realiteit van die
tijd.
Hij was eigenlijk de stamvader van een mildere en meer humane stroming binnen
het Jodendom in schril contrast met de strengere school van Sjammai.
Zijn
leuze was; 'Bemin jouw naaste als jezelf'.
Door
zijn huwelijk met een dochter uit de adellijke priesterfamilie uit Huis van
Boëthus, één van de belangrijkste priesterhuizen uit die tijd, had hij een
groot gezag. Net daardoor werd hij benoemd tot hogepriester door Herodes
(Agrippa II).
Hij was een gerespecteerd Farizeïsch geleerde en ook lid van Sanhedrin wat we
kunnen vergelijken met een volksvertegenwoordiging.
Volgens Joodse historie was hij als het ware de President van het Sanhedrin , Jewish
High Court, met als titels, 'Nasi,
Prins en Rabban'. Rabban
betekent 'our master, highlighting his deep knowledge and authority'.
Zijn
rol was cruciaal voor Joodse volk. Hij speelde een belangrijke rol in de
Mishnah.
Ge moet vriendelijk en respectvol zijn tegenover iedereen, ook niet Joden!
Hij verbeterde de scheidingsrechten om vrouwen te beschermen. (Scriptureanalysis.com/Gamaliël)
Hij was
een top Thora expert. Zijn leerstellingen kunnen gevonden worden in Pirkei
Avot, Ethics of the Fathers. Hij wordt gevierd vanwege zijn wijsheid en
nederigheid.
Een beroemd verhaal vertelt over zijn daad waarbij hij tijdens het banket eten
en drinken serveerde aan diegene ver onder zijn status, vergelijkbaar met daden
van Abraham. Ook vergelijkbaar met verhaal van Jezus die voeten van zijn
dienaars wast wat Gamaliël OOK deed!
Er
bestaat zelfs een Evangelie volgens Gamaliël. Rabbi Zalman Schachter-Shalomi
wijst in zijn voorwoord op de impact en relevantie voor mensen die op zoek zijn
naar religieuze en historische inzichten. Zijn creatieve stijl van lesgeven
waarbij hij zijn studenten vergelijkt met vissers en vergelijken, bewijzen zijn wijsheid. Hier is terug de vergelijking met de leer Jezus
Christus opvallend!
Zijn leerstellingen werden verspreid over Galilea, Judea en ver buiten Israël.
Ik denk dat u nu zelf al kan besluiten hoe Groot de gelijkenissen zijn met dé Jezus Christus van de christenen uit Nieuwe Testament! Gebeurtenissen gaan dikwijls een eigen weg leiden, die niets meer te maken hebben met de historische feiten. Spijtig dat christenen niets willen weten van deze historischerealiteit.
Heel begrijpelijk want Hij, Gamaliël wilde zelfs het gehele menselijke ras verenigen in een grote, Al-Ene God
geloof van de Eeuwige Vader. Maar dat leverde hem vele tegenstanders van de
conservatieven op, die zich eerder hielden aan oude orthodoxe Joodse wetten.
Hij zou ook de houten of stenen 'Urim en Tummim', de Lotstafelen, om het Woord van
god te raadplegen, vervangen hebben door gouden exemplaren.
Nogmaals, je zal wel begrijpen dat de gelijkenis met Jezus Christus en zijn optreden in de tempel uiterst frappant is? Nog te meer dat Gamaliël's
voornaam ook Jezus was. Deze ware gebeurtenis kwam dus onder de noemer van Jezus Christus in Nieuwe Testament!
Zijn
kleinzoon, Gamaliël de Jongere was ook een Joods geleerde. Hij leefde in de
late 1ste eeuw en was een van de belangrijkste leiders van het
Sanhedrin na de verwoesting van de tweede Tempel in 70 AD. Ter verduidelijking,
als vermaarde Schriftgeleerde was hij ook Lid van Hoogste Rechtscollege!
Dit maar om te duiden hoe groot de invloedsfeer was van de Hillel-Gamaliël
familie in de vroegchristelijke periode. Begrijpelijk dat deze familie
vermeld wordt in Nieuwe Testament! Maar eigenlijk heel sumier, als godsdienst leraar van Paulus.
Bij Flavius Josephus wordt hij beschreven als een belangrijke figuur in aanloop van Joodse Opstand (circa 66-73 AD?). Na de opstand zou hij door Romeinen geëxecuteerd zijn of mogelijk gekruisigd zijn, … afhankelijk van het verhaal dat u wil brengen?Opmerkelijk is echter wel dat in de chaotische periode van de Joodse Opstand (circa 66-70 AD?) kruisigden de Romeinen duizenden Joden, vooral leiders en opstandelingen.
Het is bijgevolg heel vanzelfsprekend dat de belangrijkste en invloedrijkste leider Gamaliël ook gekruisigd zou kunnen zijn. Deze woelige periode in de Joodse gescheidenis maakte een grote indruk. Er waren echter ook veel andere Jezus- of Yeshua-figuren want dat betekende toch Redder(s) van Joodse Wetten en hun God.
Straks gaan we uitgebreid in op de gebeurtenissen die plaatsgrepen tussen Paulus en Gamaliël en die in bijbel duidelijk beschreven worden … zonder weerga en verrassend.
b. Theologische opleiding van apostel Paulus
Maar eerst nog even stilstaan bij de opleiding als theoloog
van apostel Paulus in de universitaire school van Hillel. De tegenhanger was de
School van Sjammai, een traditionele en weinig
tolerante Farizese lering onder leiding van Rabbi Beth Sjammai.
Sjammai is afgeleid van Sumerisch/Akkadische woord Samās/Sjamasj wat zon
betekent. Hij was dé god van hét Licht net als Jezus!
Samen met Sin, de maangod, en Isjtar vormt Sjamasj de tweede triade naast Anu, Enlil en Ea. De drie machten, Sjamasj, Sin en Isjtar, symboliseren de drie grote krachten van de natuur: de zon, de maan en de leven brengende kracht van de aarde. De goden verschijnen veelal als triniteiten net zoals nu, de Heilige Drievuldigheid, de Vader, de Zoon en Heilige Geest. Huidige religies hebben een Heel Oude Voorgeschiedenis!
Hillel was gekend als een man van vrede, een vriend van alle mensen, een betrokken en ijverig leraar. Hij wordt gezien als een hartstochtelijk geleerde van de joodse geschriften en een man met veel geduld en zelfbeheersing. Hij beschouwde broederlijke liefde als een kernwaarheid van het joodse geloof. Zijn gulden regel was om mensen aan te sporen om anderen te behandelen zoals ze zelf graag wordt behandeld. Dat vinden we ook terug in bijbel.
Ondanks zijn passie voor de Thora beperkte hij de interpretatie daarvan
niet. In tegenstelling tot zijn tijdgenoot en rivaal Sjammai was Hillel een
voorstander van een vrije interpretatie.
Er waren veel verschillen in opvatting maar het huis van Hillel werd verheven
tot wettelijke norm zodat deze leer een diepgaande invloed had op Judeeërs in Judea,
want dat was de oude naam van de Joden in het latijn, Judeeërs!
In het boek de Oude
Geschiedenis van de Joden van Flavius Josephus was de oorspronkelijke Griekse
titel Ioudaïkè Arkhailogia.
De Latijnse vertaling had als titel Antiquitates Judaicae, vaak
afgekort AJ.
In het Latijns woordenboek wordt dit woord vertaald door Judeeërs. Deze groep
mensen leefden in en rond Palestina maar voornamelijk in Romeinse provincie
Judea!
Nu wordt dit Latijns woord vertaald naar het woord Joden maar oorspronkelijk
bestond deze naam niet, wel de volksgroep Judeeërs. Jezus was dus geen Jood
maar historisch een Judeeër.
5. Nu terug naar de Handelingen van Paulus en Gamaliël.
Het is opmerkelijk te vermelden dat ten tijde van de geboorte van
Jezus een viertal hogepriesters reeds Jezus of Jeshua noemden! Namelijk
1. Jezus Ben Phiabi (? – 23 BC), eerste hogepriester uit het huis van Phiabi in
Joodse tempel van Jeruzalem (Hebreeuws: Jeshua/Jehoshua Ben
Phiabi). Merk op dat Jeshua Redder, idem Jesaja/ Joshua. Hij werd door Herodes de Grote aangewezen als
opvolger van hogepriester Ananel.
2. Jezus Ben Seë (? – 6 AD), ook uit het huis van Boëthus.
* Ananus Ben Ananus 62 AD uit het huis
van Annas is drie maand hogepriester geweest. Hij was de zoon van Annas, die ook
hogepriester is geweest net als zijn vier broers en zwager Jozef Kajafas, die ook vermeld wordt
in N.T.
3. Jezus Ben Damneüs (62 – 63 AD)
4. En Jezus Ben Gamaliël, uit het huis van Boëthus, hogepriester circa 63-64
(?) AD. Opgelet de datumvermelding in geschiedenis is
niet altijd correct net omdat er nog geen datum classificatie was zoals nu.
Volgens Flavius Josephus was Jezus
Ben Gamaliël de zoon van Jezus Ben Damneüs.
En deze (Jezus) Gamaliël was zowel
volgens N.T. en Josephus dé leraar van Apostel Paulus!
Daar bestaat historisch nu wel geen twijfel meer over alhoewel dit door meeste religieuze
personen zal genegeerd worden net omdat men Jezus als een God beschouwt. Deze
relatie wordt bijgevolg hardnekkig ontkend want anders kan het verhaal van de Opstanding
niet meer doorgaan?
Dit wordt zonder meer weggewuifd of genegeerd, wat ook logisch is voor een
religieuze dogmatische ingesteldheid! Vergeet het niet, … religie overstijgt de historische
realiteit.
Anekdote >
Het
religieuze in de mens verwijst naar een diepe relatie tussen bewustzijn en de
zoektocht naar zingeving door het sacrale.
Geloven in Jezus of Allah is niet uit te bannen.
Er is een diep verlangen naar verbinding.
Het is zelfs een onbewuste sleutel tot zelfinzicht.
Bij een omkering (?) trekt men deze overtuiging in twijfel en
ontstaat er een realistisch bewustzijnsniveau waar men in
diepere verbinding komt met Zijn Eigen Oorsprong in hét Universum.
Ook met zichzelf voor het ontstaan van deze wereld.
Ook Jezus zat aan de voeten van de wereld toen deze aarde geschapen werd?
Begrijp je dat?
Voor de volledige lijst van hogepriesters zie link: https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_hogepriesters_van_Israël#Herodiaanse_periode
Het was bijgevolg een bewogen periode met vele aanstellingen en ontslagen van
hogepriesters om hun macht te beperken. En Gamaliël had veel macht en aanzien.
Maar er was al een priester die reeds Jezus noemde ongeveer 350 jaar BC volgens
geschiedschrijver Flavius Josephus. Boek XI, vers 297:
'Toen hogepriester Eliasib stierf, volgde Jodas hem op in het
hogepriesterschap. Toen hij overleed, nam Joannes, die zijn zoon was, zijn
functie over. Joannes had een broer de Jezus heette. Bagoses, een bevelhebber
was bevriend met Jezus en had hem beloofd het hogepriesterschap in handen
te zullen spelen. (299) Gesteund door deze toezegging maakte Jezus in de
Tempel ruzie met Joannes. Hij maakte zijn broer zo kwaad dat deze Jezus in
woede doodde'.
Wegens de gruwelijke en goddeloze daad die noch door de Grieken of barbaren was
verricht, liet Bagoses de Joden 7 jaar lijden voor de dood van Jezus.
Maar er zijn nog meer Hogepriesters die de naam Jezus droegen en
ook al ten tijde van koningschap van Saul en David. Boek Twee, VIII, 3 vers
11-12;
'…Bokkias de zoon van hogepriester Jezus …, … tijdens de regering van koning
David …'.
Boek XI, Hfdst 4 en 5; 'En vervolgens bij terugkeer van Joden
(correcte oorspronkelijke naam is Judeeërs) uit Babylon in opdracht van
koning Darius onder leiding van Zorobabel, zoon van Salathiël, uit de stam
Juda, en afstammeling van David en Jezus, de zoon van hogepriester
Josadak verhuisde het hele Joodse volk in Babylon naar Jeruzalem'.
En in het tweede jaar na hun terugkeer naar Jeruzalem maakten ze een begin met
de bouw van de Tempel. De leiding van de bouw werd in handen gelegd van de
leider Zorobabel, hogepriester Jezus en zijn broers … '.
Na de dood van Darius volgde zijn zoon Xeres I, Koning der koningen genoemd (519-465 BC) hem op. Voor de joden de tijd van Esdras [Ezra] en Neëmias [Nehemia] Hij had net als zijn vader in zijn vroomheid tot God, de hoogste achting voor de Joden. De hogepriester in die tijd heette Joakim, de zoon van Jezus (Boek XI, 1 vers 121). 4 vers 151; '… ze kwamen tot de bevinding dat er veel nakomelingen waren van hogepriester Jezus …'.
Verder, Antiochus Epiphanes in het 143ste jaar van de Seleucidische dynastie, mocht van Romeinen als koning heersen over Jerusalem, de provincie Judea, dat behoort tot de Romeinse provincie Asia (Klein-Azië). Na de dood van hogepriester Onias gaf hij het hogepriesterschap, omdat Onias zoon nog een kind was, aan Onias broer, die Jezus heette. Jezus veranderde zijn naam in Jason en Onias kreeg de naam Menelaüs.
We zijn nu ongeveer in jaar veertig voor Christus, de tijd van dichter Vergilius, en net daarom is het belangrijk te vermelden hoe de Joodse wereld volkomen verweven geraakte met de wereld van Rome. Hier werd dé basis gelegd van de christelijke zingeving.
De Bucolica of Eclogae van Vergilius is een dichtbundel van 10 gedichten (42-39
BC geschreven). Het is pastorale of herderspoëzie. Ecologa++ 4 is de
profetische aankondiging van de geboorte van een kind dat getuige zal zijn van
een Gouden Tijd.
Met de geboorte van een mannelijk kind zal een Nieuw Tijdperk beginnen, de 'heerschappij
van Saturnus', die gold als dé god van paradijs en de Gouden oertijd.
Vergilius roept in bevlogen regels een visioen op van een terugkeer van een
paradijs.
Niet alleen keert de heerschappij van Saturnus terug maar ook de Maagd keert
terug en een nieuwe telg wordt uit de hemel neergelaten en er ontstaat een
nieuwe generatie, een Nieuwe Wereld.
Dit was ook de tijd, ongeveer 40 BC dat Herodes in Rome tot koning werd
uitgeroepen!
In juli 44 BC verscheen en komeet boven hemel in Rome … In N.T. verscheen ook
een ster aan de hemel die de Drie wijzen de weg zou wijzen naar de geboorte van
een Koning!
Men geloofde dat de vermoordde Caesar als Divi Filius, een Zoon van de vergoddelijkte of bijna Zoon van
(een) god' werd opgenomen in de hemel.
Ook keizer Augustus werd aanzien als God Augustus, zoon van God,
Heiland van de gehele wereld. Vergeet niet dat er geen onderscheid was tussen
religie en politiek!
De belangrijkste feestdag was zijn geboortedag die aangeduid werd met de term
'evangelion, blijde boodschap'. De Pax Augusta Evangelion luidt als volgt:
'Keizer Augustus, de geboorte van een god heeft de wereld het evangelion
gebracht. De voorzienigheid heeft deze man met dergelijke gaven begiftigd dat
zij hem aan ons en de komende generaties als heiland heeft gezonden'.Zonder enige twijfel zijn er vele gelijkenissen met de christelijke
geschiedenis …?
a. De geboorte van Jezus Christus
De dichter Vergilius (40 jaar BC) roept in bevlogen regels een
visioen op van de terugkeer naar het Paradijs! Deze bewoordingen doen vooral
denken aan de visioenen van Jesaja, II, vers 6 en 9, en vers 5;
'dan zal een kind een wolf bij een
schaap verkeren' en 'een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven'.
In de Ecloga van Vergilius is er ook sprake van een Maagd;
'ook de Maagd komt terug en een Nieuwe Telg wordt uit de hemel neergelaten'.Volgens een verhaal werd een paar maanden voor de geboorte van keizer Augustus
een voorteken waargenomen!
Een vrouw zou zwanger worden en een kind baren dat koning zou worden over
het Romeinse volk? De moeder van Augustus was Atia en haar zwangerschap was
niet langs de normale weg gegaan. Atia bracht een bezoek aan de tempel van
Apollo en daar werd zij door slaap overmand. Toen zij weer wakker werd, merkte
ze dat ze tijdens haar slaap bezoek had gehad van een slang net omdat haar huid
nu glibberig aanvoelde. Ze had dus niet gedroomd!
Korte tijd nadien merkte ze dat ze zwanger was alhoewel ze al een tijdlang niet
met haar man, of welke man dan ook, naar bed was geweest. De conclusie was dus
onontkoombaar: ze was bevrucht door god zelf, door Apollo, die haar in haar
slaap had bezocht in de gedaante van een slang'.
Augustus werd in het jaar 63 BC geboren. Maar het verhaal gaat
verder …
In die tijd was Rome volledig republikeins waar de Senaat het voor het zeggen
had!
De senaat was natuurlijk gealarmeerd want er was nu een koning of keizer op
komst?
Ze besloten dus unaniem een drastische maatregel uit te vaardigen om dat grote
onheil af te wenden. Namelijk alle mannelijke baby's die binnen de 9 maanden
geboren zouden worden moesten ter dood gebracht worden. Echter, de senatoren
van wie hun vrouwen op dat moment in verwachting waren, hoopten dat hun vrouw
hét koningskind zou baren.
Een Heiland voor het Nieuwe Tijdperk!
Door een truc wisten ze echter het besluit te saboteren.
(Suetonius, het Leven van Augustus 94,3).
In die tijd leefde een Messiaanse Ideologie, een Romeinse ideologie!
Zonder twijfel ziet u nu duidelijk waar de evangelisten, vele jaren later, hun
inspiratie gehaald hebben?
Maar het verhaal en de gelijkenissen gaan nog een stuk verder!
In die tijd waren er veel problemen in Judea. Regelmatig verstoorden de Joden
van Galilea en Judea de vrede door protesten en opstanden tegen Rome. Agrippa
werd koning en in Nieuwe Testament verschijnt hij onder naam Herodes.
Bij zijn dood in 44 liet hij één zoon na, die ook Agrippa heette (Agrippa II).
Hij schikte zich zonder morren naar de wil van de keizers van Rome. Hij genoot
groot vertrouwen en werkte goed samen met de Romeinse Gouverneur.
Hij was toezichthouder, net als zijn vader, van de Joodse religieuze
aangelegenheden.
Zijn belangrijkste taak was het benoemen van de hogepriesters.
Volgens Josephus, die in Jeruzalem woonde, waren er veel spanningen tussen
Agrippa II en (hoge)priesters. Agrippa verdedigde echter met succes de Joodse
zaken in Rome.
Het gebeurde in die dagen dat er een bevel uitging van keizer Augustus. Er moest een inschrijving gebeuren die in het
Nieuwe Testament een volksstelling noemt. Deze inschrijving had plaats toen
Quirinus het bewind over Syrië voerde. Hij werd gouverneur in jaar 6 AD!
Vergeet niet dat deze kolonie Asia noemde want de naam Israël
bestond niet!
Ik herhaal nog even, deze heel grote Romeinse kolonie noemde Asia. Vergeet de
naam Israël!Bij Lucas kunnen we het beroemde verhaal van de geboorte van Jezus in Bethlehem
lezen. Volgens Lucas moest Jozef met zijn vrouw van Nazareth naar Bethlehem
reizen?Een volkstelling was een Romeinse belastingpraktijk om de financiële positie
van eenieder vast te stellen. Dat noemde 'een census' om de
vermogenspositie te weten om zodoende de belastingaanslag te kunnen bepalen.
Uit de vele papyri van Egypte weten we dat daar ook een normaal gebruik was.
Echter, iedereen moet zich laten registreren in zijn vaste verblijf- en
woonplaats. Enkel de Heer des huizes moest aanwezig zijn. Het is bijgevolg in
strijd met de logica om op reis te gaan?
En nog iets, Nazareth lag in Galilea, niet in Judea! Galilea was in het jaar 6
na Christus geen Romeinse provincie maar een (pseudo-) zelfstandige staat onder
de tetrarch Antipas!
Met andere woorden, de inwoners van Nazareth hadden niets te maken met een
registratie?
En nog iets! In het evangelie van Mattheus wordt de geboorte van Jezus
gedateerd in de nadagen van Herodes de Grote maar Herodes was al in het
voorjaar 4 BC overleden?
Dit verhaal is dus vanuit historisch perspectief volledig verzonnen. De enige
reden voor een dergelijk verzonnen verhaal is dat Christus volgens de
overlevering geboren moest worden in Bethlehem? Het doel heiligt de middelen
b. De Zeloten en
hun oproeren
Vanaf 4 BC tot 66-70 na Christus waren er vele opstanden en
terroristische aanslagen.
De Joden hadden er moeite mee dat hun land een Romeinse provincie was, een land
van de Keizer in de plaats van een land van God … zij waren immers Gods
uitverkoren volk?
Josephus noemt dit de vierde stroming en die hield er een uitgesproken messiaanse
ideologie op na!
Judas, een Schriftgeleerde van Golanhoogte, en Sadok waren de leiders en
formuleerden dat als volgt volgens Josephus: 'een revolutionaire vernieuwing
van onze overgeleverde tradities'. Deze groep van radicale fundamentalisten
werden Zeloten genoemd, de 'ijveraars' … ijveraars voor God, hun enige
meester! De 'waanzin' waarvan Judas en Sadok de kiem
hadden gelegd, begon zich als een ziekte onder het volk te verspreiden.
Na overlijden van Herodes de Grote in 4 BC volgde zijn zoon Herodes Archelaüs
hem op.
De Paasviering werd een Paasoproer. Er volgden 3000 doden en de rest vluchtte
de bergen in (XVII, 218). Archelaüs reisde dan af naar Rome in de hoop erkend
te worden als opvolger van Herodes de Grote. De onlusten gingen echter verder
en bereikte zijn hoogtepunt tijdens het Wekenfeest. Varus, de Romeinse
gouverneur van Syrië, herstelde de orde.
Er werden zomaar eventjes 2000 rebellen gekruisigd! Josephus noemt drie
leiders, Judas, Simon en de herder Athronges en zijn vier broers, eveneens
herders (XVII,271,273,278).Alle drie lieten ze zich 'Koning der Joden' noemen!
'Overal wierpen rebellen zich op als koning' verzucht Josephus (XVII,285).
Judea was al vanaf 4 BC in de greep van de Messianistische koortsdromen.
Ook in jaren 26-36 onder leiding van Pontius Pilatus ging het weer mis. Wederom
werden veel mensen gekruisigd met name Jezus Ben Gamaliël.
En was Gamaliël
niet de leraar van apostel Paulus?
Acht à tien jaar later (44-46) moest Cuspius Fadus optreden tegen
de profeet Theudas (XX,97-99), bekend van Handelingen 5,36. Fadus opvolger
Tiberius Julius Alexander liet Jacob en Simon kruisigen. Onder het bewind van
Cumanus, gouverneur van 48 tot 52 was er terug een Paasoproer (XX,112) tijdens
het Paasweekend en er vielen maar liefst 20.000 doden.
Josephus omschrijft het als volgt:
'overal stak het terrorisme de kop op, en het kon her en der maar voor even
beteugeld worden. De neerwaartse spiraal was niet meer te stuiten'.
Maar een nieuw soort terrorisme stak de kop op. De zogeheten Sicariërs. Zij doden hun slachtoffers op klaarlichte dag midden in de stad. Speciaal bij feestelijke gelegenheden verborgen zij zich onder de menigte met korte dolken onder hun kleren waarmee zij de mensen vermoorden. Wanneer de slachtoffers neervielen gaven de moordenaars net als de omstaanders uiting aan hun verontwaardiging. Hun optreden wekte geen enkele verdenking en daarom werden ze niet ontdekt.
Maar het werd nog veel erger volgens Josephus! Er trad een groep
van criminele elementen op de voorgrond met minder bevlekte handen maar met erge
goddeloze bedoelingen.
Zij verstoorden de rust in de stad minstens zo erg als de Sicariërs.
Het ging om leugenaars en bedriegers die deden alsof ze door God
geïnspireerd waren?
Maar in werkelijkheid waren het valse profeten die uit waren op revolutionaire
veranderingen. (JO II, 254-259).
Maar wat verkondigden deze valse profeten dan wel? … Dit was hun
manifest …'Zie de dagen komen dat de Allerhoogste de bewoners van de aarde zal
verlossen. Dan zal er een geweldige waanzin over de bewoners van de aarde
komen, zodat zij oorlogen tegen elkaar beramen, stad tegen stad, plaats tegen
plaats, volk tegen volk, rijk tegen rijk. Daarna, als dit geschiedt en als de
tekenen beginnen die Ik U voorspeld heb, dan zal Mijn Zoon verschijnen. […] Dan
als alle volken zijn stem horen, zullen zij allen hun landen verlaten en hun
onderlinge oorlogen laten rusten. […] Hij zal zelf gaan staan op de top van de
berg Sion, en Sion zal verschijnen en aan allen openbaar worden, volkomen
herbouwd. […]
Hij echter, Mijn Zoon, zal de volken die tegen Hem zijn opgetrokken straffen
voor hun zonden. Hij zal hun boze aanslagen en folteringen voorhouden, en
daarna zal Hij hen moeiteloos vernietigen door zijn bevel.'
Dit manifest werd geschreven in vrijwel dezelfde tijd als het
verhaal van evangelist Lukas, de dokter! De voorspelling van Armageddon, de
grote wereldoorlog en de terugkomst van Jezus Christus op de wolken om een
einde te stellen aan deze oorlog.
Van de 2,5 miljard christenen zijn er ongeveer 700 miljoen evangelicals of
Joods-Orthodoxe christenen die aanhangers zijn van deze religieuze doctrine. De
90 miljoen wonen er in de Verenigde Staten.
Ik herhaal nog even voor alle duidelijkheid.
Deze Messiaanse ideologie vindt zijn oorsprong bij de Romeinse keizers. Dan
hebben we de terroristische organisatie, de Zeloten. Vervolgens Sicariërs, de
dolkstekers. En tenslotte de valse profeten die Josephus nog de ergste van
allemaal vond, net omdat ze de wereld leugenachtige toekomstperspectieven
voorstellen alsof ze van God geïnspireerd werden?
En dat er heden ten dage, na meer dan 2000 jaar, nog 700 miljoen mensen daarin
geloven is toch echt onvoorstelbaar … echt niet te begrijpen!
Maar de ware geschiedenis gaat nog ongelofelijk verder …
c. Jezus van Nazareth?
Tijdens het Loofhuttenfeest van het jaar 62, dus 8 jaar voor de
grote Joodse Oorlog in jaar 70 waar de Tempel verwoest werd gebeurde het
volgende (JO VI, 300-301).
Josephus was nog aanwezig in Jeruzalem en een ooggetuige. Dichter bij de
waarheid kan niet!
Josephus schrijft het volgende verslag …
'Een zekere Jezus, zoon van Ananias, een gewone boer van het platteland,
was naar het feest gekomen. Plotseling was hij bij de Tempel luid gaan roepen:
'een stem uit het oosten, een stem uit het westen, een stem uit de vier
windstreken, een stem tegen Jeruzalem en de Tempel, een stem tegen de
bruidegoms en bruiden, een stem tegen het gehele volk.'
Het was een alleenstaande protestdemonstratie van een vreemde boerzoon.
Zijn optreden is door de bewakingsdienst onopgemerkt gebleven omdat de gelovigen
zich massaal in het tempelcomplex verzamelden. De totale toeschouwerscapaciteit
werd geschat op maar liefst 400.000.Jezus blééf echter in de stad. Hij liep zijn onheilsprofetie 'dag en nacht te
schreeuwen' (JO VI,302). Enkele aanzienlijke burgers stoorden zich aan dat
geschreeuw. Hij werd aanzien als een onruststoker. Ze pakten hem op en
ranselden hem stevig af. Hij kwam echter met geen woord op voor zichzelf en zei
ook helemaal niets. Het werd een zaak voor het stadsbestuur, voor de Romeinse
gouverneur Albinus.
Daar werd hij zo met zwepen zo bewerkt dat het vlees er tot aan zijn botten
bijhing.
Maar hij gaf geen kik en liet geentraan vallen. En bij elke klap van de zweep
riep hij 'Wee Jeruzalem'. Toen Albinus hem vroeg wie hij was en waar hij
vandaan kwam zei hij helemaal niets terug. Hij bleef maar doorgaan met zijn
jammerklacht over de stad. Albinus concludeerde dat de man niet goed bij zijn
verstand was en liet hem vrij (JO VI,304-305).
Zeven jaar en 5 maanden ging hij daarmee door zonder dat zijn stem
begaf. Op feestdagen liet hij zich het luidruchtigst horen, 'wee Jeruzalem'. De regels die Josephus wijde aan de
ongelukkige Jezus klinken authentiek en somber net omdat hijzelf gedurende al
deze tijd aanwezig was in Jeruzalem en Jezus persoonlijk ontmoet heeft!
Een historische getuige! Maar blijkbaar leest er bijna niemand dé echte
geschiedenis?
Toen het beleg begonnen was zag Jezus dat zijn voorspelling was uitgekomen en
vond hij rust. En terwijl hij zijn ronde deed en terug met luide kreten vanop
de muur riep, 'wee Jeruzalem, wee volk, wee tempel', werd hij
getroffen door een steen van een ballista en was hij op slag dood. Einde
verhaal …
Josephus zou echter nooit een verslag gemaakt hebben hiervan mocht de
voorspelling van Jezus niet uitgekomen zijn! Een profeet noemde hij Jezus
echter niet net omdat volgens de heersende opvattingen onder de Joodse elite
van de eerste eeuw na Christus de tijd van de profeten voorbij was en kon deze
Jezus absoluut geen profeet zijn; laat staan een zoon van God? In diverse
beschrijvingen zien we echter dat personen die zich voor profeten willen laten
doorgaan steeds gezien werden als leugenprofeten en bedriegers, die niet goed
bij hun verstand waren. Net omdat Josephus deze persoon nooit serieus heeft
genomen noemt hij Jezus geen bedrieger en ook geen profeet.
Dit verhaal vinden we ook terug in het Nieuwe Testament en noemt
het de Tempelreiniging. De Jezus in Nieuwe Testament wordt ook gegeseld, zonder
dat hij iets terugzegt. Daar wordt echter beweerd dat deze persoon Jezus
Christus is? Doch bij Josephus lezen we de correcte geschiedenis zonder
religieuze franjes. Heeft Jezus van Nazareth dus echt bestaan? Ja, maar het is
wel een andere realiteit!
Hoe een echt verhaal fake nieuws kan worden is zonder meer eigen aan de mens.
Elk waar gebeurt verhaal is onderhevig aan de intentie of interpretatie van de
auteur en nooit objectief!
d. Jacobus, de broer van Jezus?
Nu eventjes het verhaal van Jacobus vertellen, de broer van Jezus, maar van welke Jezus aangezien deze voornaam heel gebruikelijk was voor hogepriesters?Was het dé Jezus Christus uit Nieuwe Testament of één van de hogepriesters die ook Jezus noemde? U ziet het, bij nader onderzoek als Hagiograaf komt een heel andere waarheid aan het licht! Jezus betekent Redder en was een algemene bijnaam voor vele hogepriesters. Net zoals vele moslims nu de voornaam Mohammed dragen!
Flavius Josephus vermeldt dat Ananus, die als hogepriester de zoon van Annas opvolgde, een gelukzak was. Hij had zoveel macht over Jeruzalem dat hij kon heersen als een tiran.
Ananus,
liet kort nadat hij hogepriester werd, Jakobus, 'de
broeder des Heren', zoals Josephus hem noemt, namelijk … 'de broer van de
Jezus die Christus genoemd wordt', voor
het Sanhedrin
verschijnen. Dit wordt de 'Jacobuspassage' genoemd. Hij riep de Raad van
Rechters bijeen en beschuldigde hem ervan de Thora of Joodse Wet overtreden
te hebben en liet hem door steniging ter dood brengen samen met nog enkele
anderen. Deze broer van Jezus, werd dé Christus genoemd wat 'Gezalfde' betekent.
Vermoedelijk werd dat gewoon zijn bijnaam toen hij na zijn dood als martelaar
erkend werd, een gezalfd rechtvaardig persoon? Ook enkele volgelingen van
Jacobus werden terechtgesteld.
Ananus heerste echt
over de stad als een tiran.
Dit was enkel mogelijk dankzij het tijdelijke ontbreken van een Romeinse
gouverneur. (OGJ XX,199-203).
Er is
geen enkel argument om te denken dat Jezus, de zoon van Ananias, een volgeling
van Jacobus zou geweest zijn. Volgens Josephus staat er ook nergens dat Jacobus
zich als profeet of pseudoprofeet heeft voorgesteld! Er is misschien wel één
kleine aanwijzing?
In een uitvoerig bericht van de 4de-eeuwse christelijke historicus
Eusebius, bisschop van Caesarea, lezen we dat Jacobus de bijnaam had van 'de
Rechtvaardige'.
Misschien werd hij toch later beschouwd als een profeet en de combinatie met
Rechtvaardige doet denken aan de manuscripten van de grotten van Qumran waar
veel evangelische teksten gevonden zijn.
Bij Mattheus 23; vers 29 kan men zelfs afleiden dat de termen 'rechtvaardige'
en 'profeet' als synoniemen gebruikt werden. Misschien heeft Jacobus in 62 ook
de ondergang van Jeruzalem en de Tempel verkondigd en vandaar gearresteerd als
lastige leugenprofeet? Dat lijkt volkomen in de lijn van de actie van zijn
broer, Jezus van Nazareth, die ongeveer dertig jaar eerder in de
Tempelreiniging werd genoemd?Maar er is nog een belangrijke opmerking van de toenmalige geschiedschrijvers!
Men vermoed dat er zinnen weggelaten en bijgevoegd zijn. Hoe kan het dat
Josephus, toen er nog geen sprake was van het christendom een zo duidelijke
verwijzing naar 'dé Christus' maken? Men vermoed dus dat er tijdens het
ontelbaar kopiëren wijzigingen zijn aangebracht aan de oorspronkelijke tekst
van Josephus? En dat lijkt zeker uiterst logisch.
Er
wordt aangenomen dat "iemand" de oorspronkelijke tekst van Josephus in
christelijke zin heeft gewijzigd? En hét debat over de historiciteit van Jezus
dé Christus was al begonnen toen het Jodendom en christendom als twee
rivaliserende religieuze stromingen tegenover elkaar stonden!
Het oudste geschrift is de 'Dialogus cum Tryphone, het gesprek met Tryphon',
van de Grieks-christelijke filosoof Justinus (ca. 100-165 AD). Tryphon
verdedigt in de dialoog met Justinus dat Jezus zoals beschreven in N.T. nooit
bestaan heeft en dat de christenen Hem, als was Hij een personage in een roman,
verzonnen hebben? Justinus zou dit gemakkelijk kunnen weerlegt hebben tegenover
Tryphon maar hij doet dit niet! De meeste christelijke auteurs kenden het werk
van Josephus en dus Justinus waarschijnlijk ook wel.
Ik
verwijs nu even naar Origenes, ook een christelijke theoloog die leefde ca 185
– 254 AD.
Hij was een zeer belezen man en één van de Grootste Geleerden destijds! Hij
kende, zoals hijzelf schrijft, het werk van Josephus die leefde in de tijd van
Jezus geboorte en optreden!
Hij citeert o.a. uit boek XVIII van OGJ (Oude geschiedenis van de Joden) vijf
verschillende passages, maar opmerkelijk, XVIII, 63-64, hoort daar niet bij en
bovendien spreekt hij zijn verbazing uit over (in zijn Commentaar op Mattheus X,17)
dat Josephus, ''hoewel hij niet van mening was dat Jezus dé Christus was,
niettemin getuigde van de rechtvaardigheid van Jacobus.
Origenes kende de passage van OGJ XX,199-203, over Jacobus maar hij zegt
precies het tegenovergestelde van wat Josephus in XVIII,63-64 volgens de
verdedigers over de authenticiteit van die passage geschreven zou hebben: 'hij
was dé Christus'.
En in nogmaals in een ander geschrift zegt Origenes nog een keer expliciet dat 'Josephus
niet in Jezus als de Christus geloofde'.
Dat
wijst er vervolgens op dat ongeveer tussen ca 250, de tijd van Origenes, en ca
320, de tijd van Eusebius, de bisschop van Caesarea, in de tekst van Josephus heeft
ingegrepen!
Met andere woorden geknoeid met de oorspronkelijke tekst tijdens het kopiëren?
De oorspronkelijke tekst was waarschijnlijk uitvoeriger. Paul Winter heeft
zelfs in 1968 aan de hand van betrouwbare informatie betoogd dat er bij de
christelijke bewerking en talloze kopieën van het origineel, niet alleen zinnen
zijn toegevoegd maar ook geschrapt!
Opmerking
De Boekdrukkunst zoals wij die vandaag kennen bestond niet en ook geen
woordenboeken. Zodoende werd er dikwijls gegist naar juiste vertaling!
Ik denk ten stelligste dat deze veronderstelling geschiedkundig is wat betreft de betrouwbaarheid!
Misschien
toch eventjes herhalen dat Jozef ben Mattheus, Flavius Josephus, op dat moment
27 à 28 jaar oud was en belast als commandant van de Joodse militaire operaties
samen met Jezus ben Gamaliël! Belangrijk …
In zomer 67 werd hij gevangengenomen en Galilea werd platgebrand. Eén jaar
later werd de Qumran gemeenschap ingenomen en verwoest. De kloostergemeenschap,
leden van de Essenen, net als Jezus uit N.T., hadden nog net de tijd om hun
bibliotheek met de Hebreeuwse, Aramese en Griekse manuscripten in veiligheid te
brengen naar de elf grotten. Deze zijn bekend als de 'Dode Zee Rollen', de
oudste oorspronkelijke teksten van de Essenen. Dit zijn de oudste handschriften
van het Oude Testament en eveneens niet bijbelse religieuze handgeschriften.
Ook andere teksten of spreuken onder andere deze van Jacobus, de Rechtvaardige.Maar nu terug naar de oorspronkelijke tekst …
De Farizeeën, die
onder toenmalige Joden stonden bekend om hun grote kennis van de Thora en hadden
daarom een grote invloed op de publieke opinie.
Ze waren echter van mening dat de aanklacht tegen Jakobus onterecht was.
Zij keurden Ananas actie dan ook af. In het geheim zonden zij twee delegaties, één
naar Agrippa en één naar de nieuwe procurator Lucceius
Albinus. Deze
was nog onderweg vanuit Alexandrië naar
Judea. Zij beklaagden zich tegenover hen over Ananus optreden. Albinus schreef
meteen een woedende brief aan Ananus waarin hij aankondigde hem ter
verantwoording te zullen roepen. Agrippa wachtte daarop de gebeurtenissen niet
langer af en onthief Ananus uit zijn ambt. Slechts drie maanden was hij
in functie geweest. Hij werd opgevolgd door Jezus Ben Damneüs. Ik
herhaal nog even, Gamaliël was dé zoon van Jezus Ben Damneüs.Echter Herodes Agrippa II accepteerde
deze ambtswisseling niet en na een
kort hogepriesterschap werd Jezus Ben Damneüs uit zijn ambt gezet en opgevolgd
door Jezus Ben Gamaliël. Jezus Ben
Damneüs aanvaardde zijn afzetting aanvankelijk niet. Dit leidde tot een hevig
conflict, dat zelfs uitliep op fysiek geweld. Dit mocht echter niet baten;
de benoeming van de nieuwe hogepriester bleef van kracht.
Bijgevolg begon het priesterschap van de bijbelse Gamaliël al
met een hevig conflict …!
Volgens Handelingen 5; vers 34 was
Jezus Ben Gamaliël (correcte volledige
naam) een vooraanstaande wetgeleerde in de hoge Raad. Bijgevolg buiten zijn
aanstelling als hogepriester tijdens de Herodiaanse periode bekleedde hij ook
het ambt van Opperrechter in het Sanhedrin.
Door zijn huwelijk was hij
verbonden met het huis van Boëthus die in
die tijd een belangrijke adellijke familie was binnen de Joodse aristocratie en
daardoor goed bevriend met koning Herodes.
Tekst uit Nieuwe Testament > Handelingen
5; vers 34-39 …
'Toen de apostelen gevangengenomen werden moesten zij verschijnen voor de
Raad in Jeruzalem. Maar een Farizeeër in de Raad, genaamd Gamaliël, een
wetgeleerde, in ere bij het gehele volk, stond op.
En nam de verdediging op zich en zei: 'Laat u niet in met deze mensen en
laat hen geworden; want indien dit streven uit God is, zult gij hen niet kunnen
vernietigen …'.
We hebben hier toch duidelijk te maken met dé Wetgeleerde en Hogepriester Jezus
Ben Gamaliël waarover zowel Flavius Josephus schrijft en Handelingen
"wijselijk" enkel Gamaliël vermeld! Dit enkel om geen verwarring te
zaaien met de Jezus Christus die zij willen naar voor schuiven!
En wat nog veel opmerkelijker was, is dat Flavius Josephus zelf schrijft dat 'hijzelf'
een priester was. Bijgevolg was hij goed bevriend en ondergeschikte van Jezus
Ben Gamaliël, dé Leider, en hogepriester!
En Gamaliël, dat weet je reeds, was tenslotte ook dé leraar, volgens het Nieuwe
Testament, van Paulus. Je kan er toch echt niet naast kijken op vlak van
historie?
Besluit > het is dus uiterst logisch dat Gamaliël
als opperrechter de verdediging van de apostelen op zich nam? Of niet soms?
Aangezien ze allemaal elkaar goed kenden!
Toen werd echter ook Jezus Ben
Gamaliël afgezet als hogepriester. Hij verzette zich heftig tegen zijn
afzetting en tegen de benoeming door de Zeloten van Phannias Ben Samuël als
hogepriester. Samen met Ananus, die
eerder hogepriester was geweest zette hij een samenzwering op. Ook de
geschiedschrijver en priester Flavius Josephus, oorspronkelijk een Hebreeuw,
die legeroverste was sloot zich aan. Met een legertje wilden ze de tempel
heroveren van de Zeloten. Maar in de strijd die volgde, kregen de Zeloten
echter steun van troepen uit Idumea,
waardoor de hogepriesters het onderspit dolven.
Ananus, Jezus Ben Gamaliël en enkele andere oud-hogepriesters
werden opgepakt, en geëxecuteerd > lees gekruisigd.
Flavius Josephus kreeg echter amnestie en werd verbannen naar Rome. Daar kreeg
hij de opdracht de geschiedenis te herschrijven maar moest dat wel doen met de
nodige propaganda voor het beleid van de Romeinen in Jeruzalem.
Nadien werd er terug een ander persoon aangesteld als hogepriester namelijk Matthias, de zoon van Theophilus, die eerder hogepriester was geweest. Damneüs was hogepriester in de Joodse tempel te Jeruzalem van 62 tot 63 AD en gedurende deze periode werd de ingezette herbouw en restauratie van de tempel voltooid.
6. Paulus, de grote verspreider van de christelijke religie … hoe kwam dat?
Handelingen 9 vers 1-19. "Bekering van Paulus".
Ik val eerst eventjes met de deur in huis … ! Neem het mij niet kwalijk?
Volgens hoogleraar Dr. Dick SWAAB,
beroemdste neurobioloog, leed apostel Paulus, met alle respect, aan een
ernstige vorm van vallende ziekte namelijk temporaalkwabepilepsie.
De symptomen behandelen we later maar eerst gaan we naar de duidelijke
historische beschrijvingen van deze kwaal in het Nieuwe testament.'Paulus was op weg naar Damascus en plotseling kwam een licht uit de hemel
dat hem omstraalde; en hij viel ter aarde. Paulus stond op van de grond en
hoewel hij zijn ogen open had, kon hij niets zien … drie dagen lang,
en hij dronk niet en at niet'
Handelingen 9; vers 7, 'de omstaanders hoorden wel de stem maar zagen niets!'
En in Handelingen 21, vers 9, staat een andere omschrijving van de
gebeurtenissen;
'En zij die met mij waren
zagen wel het licht maar de stem van Hem hoorden zij niet?'
Dat vind ik toch duidelijk een 'tegenspraak' maar wat nog eigenaardiger is dat
Ananias, een discipel in handelingen 9 ook een gezicht had van de Here?
Hij legde Paulus de handen oplegde opdat hij weer zou zien. Ananias was een
hogepriester in Jeruzalem van 47 tot 49 AD, namelijk Ananias Ben Nebedeüs.
Ananias behoorde tot de Sadduceeën, waartoe veel
aristocratische families in Jeruzalem behoorden. De sadduceeën waren vooraanstaande priesters, die de mozaïsche wet volgden, maar ze geloofden niet in de opstanding, noch in een engel of Geest.
Politiek onderhielden ze altijd nauwe banden met de heersers van het moment,
zowel met het Hasmonese koningshuis
als met Herodes.
En zij
beschouwden de samenwerking met Rome als het
meest verstandige beleid.
Daardoor had Ananias een heel grote politieke
macht. Verder in Handelingen moet Paulus in Sanhedrin voor Ananias verschijnen?
Is deze tekst niet in tegenspraak met zichzelf in de bijbel?
Nu terug naar de kwaal van
apostel Paulus …I Corinthiërs 15,7- 8; 'Daarom is mij, opdat ik mij niet zou verheffen, een
doorn in het vlees gegeven, een ENGEL DES SATANS, om mij met vuisten te slaan'.
Wat kunnen we hieruit besluiten?
'met vuisten slaan?'
U zal wel begrijpen dat dit de stuiptrekkingen zijn bij een epileptische
aanval.
'Paulus kon drie dagen niet zien, at en dronk niet?'
Dit is een zware gegeneraliseerde epileptische aanval die corticale blindheid
kan veroorzaken.
Een gevolg is ook dat de eetlust verdwijnt!
Tijdens zo een aanval staan de hersenen onder verhoogde elektrische spanningen
en ontstaat er een zuurstofgebrek met bewustzijnsvernauwing. Een beetje
hetzelfde als 'bijna dood ervaring'.
Een gevolg daarvan is dat visuele en auditieve hallucinaties en bizarre
religieuze wanen kunnen ontstaan, een soort trance. Psychologisch gezien … het
godsbeeld dat tijdens de vroege ontwikkeling in het brein was ingeprent
namelijk door zijn leraar theologie Jezus Ben Gamaliël, komt er tijdens
de aanval in een verlichte toestand 'weer uit'!
Tijdens zo een bewustzijnsvernauwing komen er ook naar boven … artistieke,
literaire, politieke en religieuze creaties, en een zekere euforie over onze
gedachten en overtuigingen.
En tussen de aanvallen door
vertonen ze meestal het "Geschwind Syndroom".De persoonlijkheid kan blijvend veranderen. De mensen ondergaan emotionele
veranderingen en kunnen hyperreligieus worden. Bijgevolg een echte
bekering!
Een totale verandering van het karakter en ingesteldheid!
De Hyperreligiositeit die een gevolg is
van deze aanval omvat een extreme belangstelling voor religieuze onderwerpen.
Verhoogde en intense religieuze gevoelens en filosofische interesses. Bij
aanval van temporaalkwab epilepsie worden aura's ervaren die een numineus
karakter hebben.
Sommige aura's omvatten extatische ervaringen. Als de aanval één uur duurt kan
dat leiden tot corticale blindheid en dat kan bijgevolg enkele dagen aanhouden.
En dat was ook het geval bij Paulus zoals het Nieuwe Testament duidelijk
omschrijft!
hierover bestaat vanuit medisch oogpunt geen enkel discussie. Dat aanvaarden
als religieus persoon is wat anders. Het is uiterst moeilijk om de historische
en medische realiteit te aanvaarden door de ingeprente vooroordelen of dogma's.
Dat gaat niet zonder slag of stoot.
Ingeprente automatismen en vastgeroeste overtuigingen gaan niet zomaar
verdwijnen!
Bij Paulus ontstaat er ten gevolge van aanval
een hypergrafie of veelschrijverij; een neiging tot uitgebreid en dwangmatig
schrijven en dat leidt tot uiterst productieve creatieve output. We kunnen niet
ontkennen dat Paulus veel geschreven heeft. Brief aan Romeinen, Efeziërs,
gemeenten etc.Ook een kenmerk is voortdurend vertellen.
Sommige hebben de neiging om lange gesprekken voort te zetten en repetitief te
praten. Paulus redetwistte constant en zelfs tot diep in de nacht, met
epicurische en stoïcijnse filosofen en met de Atheners.
Handelingen 9 Vers 29. 'Hij sprak en redetwistte met de Grieks sprekende
Joden!'
Wat opvalt bij het syndroom is de atypische of verminderde seksualiteit wat hyposeksualiteit genoemd wordt. Paulus zegt onder andere … 'de onthouding van seks is goed als dat nodig blijkt te zijn maar vervul toch uw huwelijksplichten'.
Typisch tussen de insulten bij
Geschwind Syndroom is het niet-lineaire denkpatroon.
De communicatie tussen de hersenhelften verloopt niet altijd zoals het hoort.
De logica en rede tijdens toespraak of schrijven is er niet altijd.
Ogenschijnlijk onnodige details en irrelevante opmerkingen komen dan verward
over.
Dat zien we duidelijk bij de voorvallen tijdens zijn bekering toen Paulus op de
grond viel.
De getuigenissen van omstaanders spreken elkaar tegen! Ook het dubbel optreden
van hogepriester en opperrechter Ananias, maar ook als discipel komt verward
over?
Gevolg … een circumstantiële spraak, ook wel indirectheid genoemd, is het
resultaat van een zogenaamd 'niet-lineair denkpatroon'.
Dat gaat zelfs ten koste van precieze en nauwkeurigere communicatie zoals we
kunnen lezen in bijbel.
Er zijn vanzelfsprekend nog
mensen die last hadden van epileptische insulten.
Mohammed, Jeanne d'Arc, Vincent van Gogh, de Russische schrijver Dostojewski en
Bernadette de Soubirous. Zij stierf op 35-jarige leeftijd na een visioen want
een ernstig insult kan de onmiddellijke dood veroorzaken.
Algemene historische conclusie
Apostel Paulus zag wel degelijk 'een Jezus' in een wit licht.
Namelijk dé hogepriester, professor theologie en opperrechter 'Jezus Ben
Gamaliël'.
Na de gezamenlijke opstand met
Flavius Josephuswas deze Jezus al gevangengenomen en geëxecuteerd en
gekruisigd. Hij kon dus verschijnen aan Paulus.
Het is een wetenschappelijk feit dat tijdens een insult van
temporaalkwabepilepsie al hetgeen men vroeger geleerd heeft en ingeprent werd
samen met een godsbeeld naar boven kan komen.Na zo een insult verkeerd men in een euforische toestand met mogelijke
blindheid en gebrek aan eetlust. En zoals reeds beschreven ontstaat er een
heftige karakterverandering met een hyperreligiositeit.
Opeens voelt men de aanwezigheid van een soort eeuwige harmonie en dat is niet
aards.
Dit is hoger dan liefde en er ontwikkelt zich ook een sterke moraliteit.
Paulus geloofde waarschijnlijk nog niet, net als de Sadduceeërs in de
opstanding maar door dit insult zag hij zijn leraar die opgestaan was uit de
dood in een wit licht.
Dit gebeurde dus werkelijk zo!
Dit voorval leidde zonder enige twijfel tot de 'echte bekering' en dat
lijkt toch uiterst logisch en is zeker historisch. Een drastische ommekeer in
zijn Wereldbeeld.
Misschien zijn de vier evangeliën
geschreven door Paulus of medegelovigen?
Zijn vertellingen kunnen een eigen leven gaan leiden zijn?Flavius Josephus en Plinius de Oudere schreven ook over de geschiedschrijver
Berossos, 'Bel-re-usu', wat betekent Bel (de Heer) is zijn Herder. Hij was een
Chaldese kardinaal in de Esagila of Tempel in Babylon. In zijn Babyloniaka, in
het Grieks geschreven, spreekt hij reeds over een bijbel, de Biblia. Later meer
hierover …
U weet het wel nog … drie wijzen kwamen uit het oosten met geschenken bij de
geboorte van Jezus maar misschien kwamen dé oosterse spreuken en hoofdthema van
N.T. uit het oosten?
De
passage over Jezus, de Christus bij Flavius Josephus die men aanhaalt als
bewijs dat Jezus Christus echt bestaan heeft?
Laten we dat toch eens uiterst waarheidsgetrouw nauwkeurig onderzoeken!
De beroemde passage in het werk "Antiquiteiten van de Joden" van Flavius
Josephus, bekend als het Testimonium Flavianum, waar de christenen op steunen
als waarheidsgetrouwe weergave dat Jezus echt bestaan heeft, luidt als volgt:
"Nu was er omstreeks deze tijd Jezus, een wijs man, als men hem al een man
mag noemen. Want hij verrichtte wonderbaarlijke daden en was een leraar van
mensen die met vreugde de waarheid aanvaardden. Hij trok veel Joden en ook veel
heidenen tot zich. Hij was de Christus. En toen Pilatus, op aandringen van de voornaamste
onder ons, hem ter dood had veroordeeld, gaven zij die hem in het begin
liefgehad hadden, hem niet op. Want hij verscheen hun op de derde dag weer
levend, zoals de goddelijke profeten dit en duizend andere wonderlijke dingen
over hem hadden voorspeld".
En verder … En de groep christenen genoemd naar hem, bestaat tot op de
huidige dag …Deze laatste tekst kan onmogelijk van Josephus zijn?
Toen ik de originele tekst zelf las, zonder dat ik de historische
commentaren gelezen had, vond ik het toch wat uit zijn verband gerukt? Het had
totaal niets te maken met context, het geheel van
het verhaal of met het thema.
Lukraak stonden daar zo maar aantal zinnetjes tussen?
Ik had ten zeerste de indruk dat deze tekst er later door de kopieerders was
bijgevoegd. Boekdrukkunst bestond nog niet en zodoende moesten alle griekse of Aramese
teksten door de schriftgeleerden gekopieerd worden. Dus ging ik op zoek naar
wat andere historici hierover vermelden om mijn veronderstelling te staven met
degelijke bewijzen.
En inderdaad, door veel historici wordt deze passage als gedeeltelijk of geheel vervalst beschouwd en net omdat Josephus, een niet-christelijke farizeeër, Jezus waarschijnlijk niet als de Christus of als een wijs man zou hebben erkend. En bovendien wordt deze passage niet geciteerd door de vroege historische christelijke schrijvers zoals Origenes of Eusebius !
Er zijn verschillende theorieën over de oorsprong en de aard van
de vervalsing.
Sommigen
denken dat de hele passage is ingevoegd door een latere christelijke kopiist. Anderen
denken dan dat Josephus oorspronkelijk een negatiever of neutraler verslag van
Jezus gaf, dat later is veranderd of aangevuld door christelijke interpolaties.
Ik
herhaal, toen ik deze passage las vond ik het ook heel vreemd dat daar plots
een verhaal over Jezus Christus zomaar tussenin stond?
De passage
onderbreekt de context van het hoofdstuk, dat gaat over de mislukte poging van
Pontius Pilatus om gouden schilden in Jeruzalem te plaatsen. Het lijkt uiterst onwaarschijnlijk dat Josephus plotseling
zou overschakelen naar een lofzang op Jezus en dan weer terug naar de politieke
gebeurtenissen?
De passage is ook
in strijd met de stijl en het vocabulaire van Josephus, die een
niet-christelijke farizeeër was. Het is ongeloofwaardig dat hij Jezus zou erkennen als dé
Christus of een wijs man, of dat hij zou getuigen van zijn wonderen en
opstanding.
En het voornaamste "Historisch Bewijs" is het volgende …
De passage wordt niet geciteerd door vroege christelijke
schrijvers, zoals Origenes of Eusebius, die anders graag gebruik zouden hebben
gemaakt van zo'n krachtig bewijs voor de historiciteit van Jezus Christus. Pas in de vierde eeuw verschijnt de passage in de werken van
Eusebius, die wordt verdacht van het vervalsen of aanpassen van de oorspronkelijke
tekst.
Ook de Duitse
reformatorische theoloog (16e E.) Andreas Osiander poneerde de
stelling dat Josephus als Jood onmogelijk zo'n evident christelijke tekst kon
geschreven hebben!
Het is 100 % correct dat we te maken hebben met een latere interpolatie van een
christelijke tekstbewerker/kopieerder, die het niet zo nauw nam met de
oorspronkelijke tekst!
We kunnen bijgevolg de passage XVIII, 63-64 in haar geheel schrappen en dat
levert wat betreft de aansluiten van XVIII-62 op XVIII-65 geen enkel probleem
op!
Dé passage over Jezus van Nazareth bij Flavius Josephus
De passage bij Josephus over Jezus van Nazareth, de zoon van een gewone boer, is daarentegen bijzonder uitgebreid en past volledig in het verhaal en de context!
Flavius Josephus heeft twee passages over Jezus in zijn werk
Antiquiteiten van de Joden.
Zoals reeds geschreven, een passage bekend als het Testimonium Flavianum en
over Jacobus?
'Een passage kan enkel door de meeste historici als authentiek beschouwd worden als het de stijl en het vocabulaire van Josephus weerspiegelt en geen christelijke inmenging vertoont!'
De enige historische realiteit is de volgende …
Jezus (Christus) heeft bestaan als historische figuur en dat is zonder meer de
zoon van een boer namelijk Ananias, die ondergang van de tempel voorspelde. De
tweede Jezus is 'Jezus ben Gamaliël', de leraar theologie van apostel Paulus.
Dat wordt door apostel Paulus persoonlijk meerdere malen gezegd in het Nieuwe Testament,
zoals eerder beschreven.
Uiterst bedachtzaam wordt enkel de naam Gamaliël vermeld en niet zijn volledige
naam.
Een naam bestond destijds toch uit 3 delen, voornaam, familienaam en bijnaam,
zoals Titus Flavius Josephus of van natuurfilosoof Titus Carus Lucretius.
Jezus ben Gamaliël was historisch een
adellijke hogepriester, opperechter in Sanhedrin die
de verdediging van apostelen op zich nam.
Gamaliël was dé beroemde professor en theoloog van de progressieve school van
Hillel. Opmerkelijk is wel dat hij ook een Tempelopstand geleid heeft, gevangen
werd genomen en nadien werd gekruisigd. Uiteindelijk kwam ook deze kruisdood
van Jezus ook in de Bijbel!Alle informatie komt bijgevolg uit 'de eerste hand' aangezien Flavius Josephus
'zelf' getuige was!
7. Algemeen besluit
De historische persoon die aan de
oorsprong ligt van christianisme is niemand anders dan "Jezus Ben Gamaliël".
De beroemde professor van Paulus doch van alle apostelen.
Hogepriester in Jeruzalem. Wetgeleerde en Opperechter in Sanhedrin.
Door zijn huwelijk behoorde hij tot de machtigste aristocratische familie, het
Huis van Boëthus.Door de geschiedenis heen gaat de realiteit een eigen leven leiden.
Er komt 'fake news' bij met als enige intentie de 'persoonlijke interpretatie
en wereldbeelden' naar voor te schuiven!
De executie van "Jezus Ben Gamaliël", die geschiedkundig correct is, heeft
een diepe indruk nagelaten op ganse bevolking en Paulus.
Vanzelfsprekend kon Jezus ben
Gamaliël niet doorgaan voor dé Jezus Christus want anders kon de Leer der
Opstanding en het koninkrijk van God die nog moet komen, geen ingang vinden.Maar geschiedkundig ligt hij aan de oorsprong. En zodoende is het verhaal
van de historische Jezus niet hetzelfde als het fictieve verhaal van
Jezus Christus die opgestaan is uit de dood.
Ware gebeurtenissen leiden meestal een eigen leven volgens de visie en
interpretatie van de schrijvers, namelijk Paulus en de talloze kopieerders van
de geschreven manuscripten.
8. Appendix: de voorgeschiedenis van de Joden is ook belangrijk
Even terzijde …
Vanaf 1080 BC doken in Syrië en Mesopotamië zonder
zichtbaar verleden nieuwe nomadengroepen op. Aramese en Chaldese stammen
infiltreerden in het Babylonische gebied.
Beide waren West-Semitische volkeren waarvan de onderlinge relatie niet zo
duidelijk is. Blijkbaar waren ze voortdurend met elkaar in conflict. De eerste
golf streek neer over Assyrië en ongeveer tegelijk over Babylon. Complexe
Bijbelse tradities wijzen op een nauwe relatie tussen Arameeërs en
Israëlitische voorouders: Tekst in Oude Testament!
"Mijn vader was een ronddolende
Aramees"
Vooral de Chaldeeërs gingen een
belangrijke rol spelen in de latere geschiedenis van Babylon. Zij vestigden
zich in het Zuiden, rondom Ur, waar ze kleine rijkjes vormden.
Bewijs > Abram/Abraham kwam volgens O.T. uit Ur der Chaldeeën.
De Neo-Babylonische schrijfwijze was schrift Ab'ram(a). Abba of kortweg Ab wat Vader
betekent. Wij doen dat ook nog, papa/pap:
Jezus zei in Marcus 14:36 in hof
van Gethsémane: 'Abba, Vader, alles is U mogelijk, neem deze beker van Mij
weg'.
En in Romeinen 8:15, 'door dewelke wij roepen: Abba, Vader …'
Galaten 4:6 ' … die roept, Abba, Vader.'
Jezus zei aan het kruis vlak voor
hij stierf
En in Marcus 15:34, 'Eloï, Eloï, lama sabachtani'.
En bij Mattheüs 27:46 'Eli, Eli,
lama, sabachthani ; mijn god, mijn god, waarom hebt Gij Mij verlaten?'. El
ook il of ilī geschreven was de naam van een Ugaritische god, de hoofdgod van
het Kanaänitische pantheon. El betekent ook ''Eigenaar van de aarde'.
In Genesis 14:19 wordt El Eljon gebruikt, in wiens naam Melchisedek Abraham
zegent!
En mama/mam komt van moedergodin
of hoofdgodin MAMI. Z
ij had vele namen namelijk Nammu, Dingirmah, Nintu, Ninmena of Belet-ili, die
ook dé zuster van de goden genoemd wordt. Nintu of Mamie mengt het vlees en
bloed van een geslachte god met klei.
Enuma Elisj; 225, 'met zijn vlees en bloed mengde *Nintu klei. Voorgoed
hoorden zij de trommelslag. Geest ontstond in het vlees van een god, als
sprekend levensteken en opdat dit niet vergeten wordt ontstond een geest …'.
Het woord trommelslag is een symbool van de hartslag en het leven.
En Nin'Urta, de Illustere, was de lieveling van *Mami. Ninurta betekent 'God
van het Licht', maar noemt Jezus ook niet zo? Namen veranderen maar het gedrag
en verbeelding verandert weinig.
Terug naar woord Abraham of
Ibrahim …
Abram betekent oorspronkelijk "Goddelijke Vader".
Aandacht … er werd van rechts naar links geschreven! En nog iets. Ur lag
in Babylonië en Abraham was in origine eigenlijk een Babylonische Chaldeeër!
De Chaldese dynastie speelde volgens de Babylonische geschiedschrijver Berossos
(Bel- erossos) een uiterst belangrijke rol in Babylon.
Ook de school van Hillel was in Babylon gevestigd. De verre oorsprong van
christianisme ligt in Neo-Babylonische tijdperk maar blijkbaar wil niemand dat
onderkennen, wat begrijpelijk is! Bedenk nu maar eens dat net daar nu de Islam
dé voornaamste godsdienst is met de sharia? Hoe een cultuur zo merkwaardig kan veranderen?
Vermeldenswaardig
is dat in 391 na Christus het Christendom een staatsgodsdienst werd.
En in het jaar 529 werden door keizer Justinianus alle filosofische scholen in
Athene gesloten. De Academie van Plato, Lyceum van Aristoteles, de Tuin van
Epicurus en Stoa, de Zeno van Citium. Alles ging verloren. De weg lag open voor
het Joods Christelijke wereldbeeld van vandaag.Slot
Het verleden loopt door in het heden en zo is elk moment
uniek.
Copernicus zei dat
de zon niet rond de aarde draait en moest onderspit delven.
Maar 1800 jaar eerder zei de Griek Aristarchus van Samos dat ook al!
En Horatius oproep was, durf te denken !
We mogen echter niet uit het oog verliezen dat er een wereld voorbij onze
kosmos ligt waar de wetenschap om structurele reden nooit bij geraakt.Durf bijgevolg uw eigen ervaringen en kennis in vraag te stellen met de hoop op
een beter inzicht in ons tijdelijke leven op deze aarde.
De menselijke cultuur bestaat nog maar 10.000 jaar wat een peulschil is.
Bronnen
Enuma Elisj Het Babylonische
Scheppingsverhaal Shelma Schepel , Uitgeverij Ank-Hermes bv Deventer. Selma
wetenschapper Semitische talen en culturen. Bijbels Hebreeuws, Babylonisch en
Sumerisch Spijkerschrift. Uitdieping grondteksten.
HET OUDE GRIEKENLAND Bloeiperioden der Mensheid C.M. Bowra en de redaktie van Time/Life
uitgaven. N.V. HET PAROOL AMSTERDAM
Concordantie op het Oude en Nieuwe Testament dr. S.P Dee en prof. Dr. J
Schoneveld. BOSCH & KEUNING N.V. , BAARN
LUCRETIUS Natura Rerum, De Natuur der Dingen Uitgegeven, vertaald, ingeleid en van
aantekeningen voorzien door PIET SCHRIJVERS Historische uitgeverij Groningen
De remedie van Epicurus Marcel
Verweij Uitgeverij Aspect 2010
Epicurus in 90 minuten Patrick Nieuwenhuyse Uitgeverij Holland Haarlem
Wij zijn Ons Brein, van baarmoeder tot alzheimer, Dick Swaab, neurobioloog
Olympus/Atlas
[DP1]